leidenlawblog

Kinderen vaccineren tegen corona – in het belang van het kind?

Kinderen vaccineren tegen corona – in het belang van het kind?

Op 10 december 2021 maakte minister De Jonge van VWS bekend dat alle kinderen tussen de 5 en 11 jaar in aanmerking komen voor het coronavaccin. Dit nadat hij afgelopen zomer het vaccin ter bestrijding van COVID-19 ook beschikbaar had gesteld voor minderjarigen tussen de 12-17 jaar.

Is dit besluit van de minister nu wel of niet in het belang van het kind, zoals vereist volgens het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)?

Voorop gesteld: minister De Jonge is bij deze besluiten niet over een nacht ijs gegaan. Hij heeft zich hierbij laten adviseren door de onafhankelijke Gezondheidsraad. Een subcommissie vaccinaties van de Gezondheidsraad adviseerde de minister dat de voordelen van vaccinatie opwegen tegen de nadelen.

Dat de minister advies had ingewonnen bij de Gezondheidsraad hangt met een aantal zaken samen. In Nederland vinden we dat alleen tot vaccinatie mag worden overgegaan op basis van geïnformeerde toestemming. Een vaccin vormt een inbreuk op de integriteit van mensen, kan bijwerkingen veroorzaken en nooit volledige bescherming bieden tegen een bepaalde ziekte. Zo ook bij corona. In het geval van ongevaccineerde minderjarigen die COVID-19 oplopen komt daarbij dat zij doorgaans nauwelijks ernstige gezondheidsklachten ervaren en ook weer snel herstellen.

Dit lijkt erop dat vaccineren van kinderen niet in hun belang is. Toch menen wij dat dit wel zo is, althans in de meeste gevallen. Vaccineren is namelijk iets dat je doet voor jezelf en anderen. Wat betreft dat laatste kan het gaan om de bescherming van bijvoorbeeld gezinsleden, grootouders, docenten en kwetsbare naasten. Waarom zou een kind dat niet willen doen? En door zich te laten vaccineren hoeven scholen minder snel dicht, kunnen kinderen blijven sporten, met vrienden blijven spelen en andere voordelen genieten. Zeker gelet op alle mentale klachten die minderjarigen door de coronapandemie ervaren, is vaccineren aldus al snel in het belang van het kind.

Maar wie beslist er uiteindelijk nu of een minderjarige wordt gevaccineerd? Tot 11 jaar beslissen beide ouders daarover en van 12 tot 16 jaar is dat aan beide ouders samen met het betreffende kind. Gelet op de betreffende wettelijke toestemmingsnorm, impliceert dit al snel dat een kind niet wordt gevaccineerd zodra een van de ouders zich daartegen verzet. Dit gebrek aan toestemming kan uiteindelijk door de rechter worden getoetst, en zelfs worden gepasseerd, maar het blijft vreemd dat een vaccin dat in het belang is van het kind én de samenleving, zo makkelijk door één of beide ouders kan worden geblokkeerd, zonder dat primair wordt geluisterd naar de wensen van het kind. Natuurlijk kan het zo zijn dat het kind een kwetsbare gezondheid heeft en dat een vaccinatie daarom minder geschikt lijkt te zijn. Maar in de meeste situaties hebben kinderen weinig last van een vaccin en zij en hun omgeving alleen maar voordelen daarvan.

Wij menen dat het huidige wettelijke systeem van geïnformeerde toestemming onvoldoende rekening houdt met het belang van het kind. Dit terwijl dit wel wordt verlangd door het in 1995 door Nederland geratificeerde IVRK. De minister kan aldus een juist besluit nemen aangaande het aanbieden van het coronavaccin aan minderjarigen, maar dit verlangt ook van ouders dat zij daaraan meewerken uitgaande van de belangen van het kind. Mocht blijken dat dit niet het geval is, dan wordt het de hoogste tijd de patiëntenrechtenwet, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, aan te passen.

Note: This blog is in Dutch, because it is a response to Dutch news about typical Dutch laws. More information about this topic.

0 Comments

Add a comment