leidenlawblog

Vertrouwen in de overheid begint bij leren denken vanuit de burger

Vertrouwen in de overheid begint bij leren denken vanuit de burger

Vertrouwen in instituties wordt ook wel als het fundament van onze rechtsstaat gezien. Maar leren wij onze studenten wel voldoende wat dat vertrouwen behelst en hoe het werkt?

In het maatschappelijk en wetenschappelijk debat wordt veelal in abstracte, kwantitatieve termen gesproken over vertrouwen. Daarbij wordt vaak verwezen naar periodieke metingen van onder meer het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze cijfers geven een belangrijk inzicht in de ontwikkeling van het publiek vertrouwen. Echter, in dat debat staat het perspectief van de overheidsinstanties veelal centraal, en het belang dat die instanties en haar functionarissen hebben bij het vertrouwen van burgers. Een dalend of laag vertrouwen wordt in die benadering primair als een probleem van en voor de overheidsinstelling gezien.

Vertrouwen van jongeren

Afgelopen jaar hebben wij voor de vierde keer het vak ‘Vertrouwen in Instituties’ gegeven. In dit vak, dat deel uitmaakt van het Honours College Law, maken studenten kennis met de theorie over vertrouwen en schrijven ze een onderzoeksvoorstel over een zelfgekozen onderwerp dat gerelateerd is aan vertrouwen in publieke instellingen. In het vak wordt bijzondere aandacht gegeven aan het vertrouwen dat jongeren in instituties in de rechtspraktijk hebben. Daarnaast komen verschillende gastdocenten uit de rechtspraktijk en hulpverlening uitleggen hoe vertrouwen werkt in hun werk. Die gastcolleges zijn iedere keer het succesnummer van het vak.

Vertrouwen in de praktijk

Zo vertelden strafrechtadvocaten hoe zij in een politiecel in niet meer dan een kwartier tijd een vertrouwensband moeten opbouwen. Maar ook hoe zij in de richting van hun cliënten het vertrouwen in het rechtssysteem uitdragen. Indrukwekkend zijn de praktijkervaringen van een social werker die jarenlang met jongeren gewerkt heeft. Hij legt uit hoe hij dit werk alleen maar kan doen door een grote persoonlijke inzet, en hoe hij tegelijkertijd onderdeel is van het ‘systeem’. En hoe hij handelt als jongeren hem in vertrouwen nemen over huiselijk geweld of straatroof. Schuldhulpverleners vertellen welke barrières jongeren met grote schulden ervaren bij het vinden en aanvaarden van schuldhulpverlening. Hoe makkelijk overheidsfunctionarissen aannemen dat burgers hen vertrouwen en hoe weinig vanzelfsprekend dat eigenlijk is. En dat schuldhulpverlening alleen kan werken als degene met schulden vertrouwen heeft in zijn of haar hulpverlener. En dat daarvoor nodig is dat diegene ook het vertrouwen krijgt.

Een kwestie van perspectief

De gastcolleges laten zien dat het ontwikkelen en onderhouden van een vertrouwensband vooral een vorm van interactie met burgers is, waaraan beiden bijdragen en waarbij beiden belang hebben. Het is een handelingspraktijk waarin waarden als rechtvaardigheid, rechtsgelijkheid en rechtszekerheid in verbinding gebracht worden met de belangen van de burgers met wie deze functionarissen werken. Waarin zij met een praktische invulling van procedurele rechtvaardigheid de relatie tussen de overheid, het recht en de rechtsstaat enerzijds en burgers anderzijds, vormgeven. De rechtsstaat in actie dus. Daarbij gaat het om vertrouwen van burgers in het doen en laten van de functionarissen van het rechtssysteem, maar vooral ook om het vertrouwen aan burgers geven.

Weinig oog voor de burger

Uit de onderzoeksvoorstellen van studenten volgt dat de vraag welke waarde het voor burgers heeft om vertrouwen te hebben in overheidsinstellingen geen vraag is waarmee studenten ons vak binnenkomen. De relevantie van het perspectief van de burger is veelal een nieuw inzicht voor studenten. Studenten vereenzelvigen zich haast vanzelfsprekend met de instituties en hun functionarissen, zelden met de ontvangers van overheidsdiensten. Dat komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in de gedachte dat iemand die voor de rechter staat of de hulp van een advocaat nodig heeft daar zelf debet aan is.

Waardevolle inzichten

Waardevol zijn dan ook de momenten waarop studenten afstand van die gedachte kunnen nemen. Zo vertelde een leeftijdsgenoot van onze studenten in een van de gastcolleges hoe ze in de schuldhulpverlening terecht is gekomen: dat ze op haar 16de uit huis was geplaatst en vanaf haar 18de zelfstandig, zonder hulp en vangnet, moest opereren en toen ongemerkt twee ziektekostenverzekeringen had afgesloten. Ze betaalde maar één verzekering en daardoor ontstond een betalingsachterstand op de andere. Door de bijkomende kosten liep deze betalingsachterstand al snel op en groeide het boven haar hoofd. Op dat moment zie je bij studenten het besef indalen dat ‘die ander’ helemaal niet zo ver van ze af staat.

Vertrouwen begrijpen

Veel van onze studenten zijn toekomstige rechters en advocaten, of komen op plekken terecht waar ze aan bestuurlijke knoppen gaan draaien. Wellicht niet als street-level bureaucrat in de frontlinie als jongerenwerker, maar wel als degene die beleid formuleert of de uitvoering aanstuurt. Om hun toekomstige rol als juridische professional goed in te kunnen vullen is het van fundamenteel belang dat onze studenten leren niet alleen vanuit instituties te denken, maar ook vanuit het perspectief van de burger. En wellicht ook leren beseffen dat zij zelf ook burgers zijn en afhankelijk zijn van de overheid of het rechtssysteem. En voor een rijk inzicht in het concept vertrouwen is nodig dat beide perspectieven met elkaar in verbinding worden gebracht.

Foto Getty Images via Unsplash+

0 Comments

Add a comment